Voor de vierde keer in vijf minuten sla ik een vlieg van mij af. Terwijl ik van de Italiaanse zon geniet, blijven die beesten maar komen. Shit, weer geen klets op zijn koppie.

Het is dan wel vakantie, maar zo nu en dan open ik toch social media. Het is iets wat ik maar niet kan afleren; de hunkering om te willen lezen wat er gebeurt. Want ja, stel je voor… je zou maar iets missen. Om moe van te worden. Er gebeurt online weinig. Alhoewel. Wie tussen de regels doorleest, ziet veel. Een legertje (oud) journalisten heeft zich opnieuw verzameld. Klagen hoe slecht de journalistiek tegenwoordig is. ‘Vroeger was alles beter’, het staat er nog nét niet.

Ik lach hardop. Mijn vriendin schrikt zich het leplazerus. Lag ze eindelijk bijna te slapen, wordt ze wakker door het gebrul van haar vriend. Ze vraagt wat er is, maar uitleggen kan ik het niet. Wat kan haar het namelijk verrotten dat anderen social media gebruiken om gal te spugen.

Het lachen verandert als ik er langer over nadenk. Was vroeger écht alles beter? Gaan er nu echt dingen verkeerd? Antwoorden heb ik niet en leg mijn telefoon weg. Weg van social media, om irritatie te voorkomen. Ik stort mij weer op de vliegen. Soms letterlijk, maar ze blijken keer op keer te snel. Rotbeesten!

‘Hoe zou het vroeger in de journalistiek gegaan zijn’, vraag ik mij af. Ik heb geen flauw idee eigenlijk. Dat was voor mijn tijd, dus oordelen kan ik niet. Omdat ik nieuwsgierig ben, besluit ik een van de ex-journalisten op Facebook aan te schrijven. Onder een bericht waarin nog net niet staat dat ‘vroeger alles beter was’. Of stond er nou tussen de regels ‘nu is alles slechter’. Afijn. Een berichtje, dus.

Ik leg hem uit dat ik zijn mening had gezien en dat ik daarover wil praten. Gewoon, om elkaar te begrijpen. Een probleem; ik lig aan het zwembad in Italië en hij zit achter zijn laptopje in Nederland. ‘Als ik terug ben, koffie?’

Fijn. Mijn uitnodiging wordt aangenomen. Een andere, voor wie de tekst niet bedoeld was, reageert ook. Hij sluit ook aan. ‘Als ik terug ben, bel ik je en doen we een bakkie’, zo sluit ik het gesprek af en leg mijn telefoon (opnieuw) weg.

Straks lekker Italiaans ijsje scoren en dus even opfrissen in ons huisje. Ondertussen krijg ik meerdere appjes: ‘word jij nooit moe van al die mensen die een mening hebben over de krant waarvoor je werkt’. Het valt hen dus ook op. Ik antwoord met de simpele tekst; ‘misschien hebben ze wel gelijk. Ik weet het niet en daarom ga ik het gesprek met ze aan. Word je nooit slechter van’.

Een dag later. Weer een bericht. Van de ex-journalist met wie ik koffie ga doen. Een heel betoog. Zo, pats boem. Ongevraagd, in mijn DM. Verslaafd als ik ben, lees ik de lap tekst toch weer. ‘Leg dat kut-ding toch eens weg’, bromt mijn vriendin. Ze heeft gelijk, maar niet voordat ik antwoord met ‘Veilig hè, zo achter het schermpje?’

Opeens zie ik de vergelijking tussen de vliegen en wat op social media gebeurt. Je kan ze weg willen hebben, maar ze blijven komen. Er is alleen één verschil; deze kutvliegen wil ik dood hebben, die mensen op social media niet. Die wil ik begrijpen en daarom gaan we koffie doen.

Hopelijk is het een Italiaans bakkie…

jeroenvanderveer Hersenspinseltjes , , , ,

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.